Wachten op Schiphol. Het is mijn eerste reis naar de ‘oost’ en best spannend. Drie uur voor de boarding heb ik afscheid genomen van Erica en zit ik te wachten in de wachtruimte. Na enige tijd verschijnt een aantal schoonmakers die de boel beginnen schoon te maken. Afvalbakken worden geleegd, de vloer wordt gedweild en zwerfafval wordt opgeruimd. Langzaam komen de eerste passagiers binnendruppelen. Buiten arriveert een Boeing 777-300 van de KLM. Het vliegtuig taxiet naar de uitgang en door de kleine raampjes zie ik hoe de passagiers het toestel verlaten.
Links van mij nemen twee dames plaats. De linker dame bladert door een magazine en de ander leest in een dik boek. Aan de bladwijzer te zien is ze nu ongeveer op de helft. Af en toe wisselen ze een woord met elkaar.
Steeds meer passagiers komen de wachtruimte binnen en voor mij kijkt een oosters echtpaar mij af en toe aan. Het is al redelijk druk en het aantal zitplaatsen wordt snel minder. De vrouw vraagt vriendelijk of de plek naast mij nog vrij is en ik nodig haar uit om te gaan zitten. De man blijft staan, terwijl er nog lege stoelen zijn. Ze lijken mij rond de zestig jaar. De vrouw zet haar koffer voor zich neer en neemt plaats. Een wandelstok, die ook dienst kan doen als krukje, zet je zorgvuldig tegen haar koffer aan. We raken aan de praat. Ze vliegen naar Singapore, hun woonplaats. In Nederland hebben ze een week bij de schoonzus van de man gelogeerd. Ze vertelt over haar bezoek aan de bollenvelden en zegt terloops dat ze Amsterdam heeft gemeden omdat haar knieën zijn versleten waardoor lopen steeds moeilijker wordt. Dat verklaart ook gelijk haar bijzondere wandelstok.
Ze hebben samen heel veel gereisd: sinds 1977 hebben ze Japan, Korea, Taiwan, Rusland, Amerika, Canada en nog veel meer verre bestemmingen bezocht. Ik vraag haar hoe oud ze is en ze antwoordt gelijk: 65 jaar. Haar man is 66 jaar waarop ik gelijk de wedervraag krijg naar mijn leeftijd. Ze wijst naar haar knieën: ze zijn flink versleten, maar in april krijg ze nieuwe knieën. In ieder geval haar rechterknie en als het deze operatie goed gaat, wordt ook gelijk haar linker knie vervangen. Ze kijkt bezorgd en geeft aan dat ze zich zorgen maakt over de operatie. Ik kan me dat goed voorstellen en probeer haar een beetje gerust te stellen. Als je gewend bent om zoveel te reizen, kan ik me voorstellen dat zo’n operatie roet in het eten kan gooien. Want stel dat de operatie niet goed lukt? Ik probeer er een beetje luchtig over te doen en voorspel haar nog vele wandeljaren.
Ondertussen loopt haar man behoorlijk te ijsberen. Iets in hem maakt hem onrustig. Af en toe zegt hij iets in een voor mij onverstaanbare taal. Op de vraag van de vrouw waar ik woon, antwoord ik ‘Enschede’. De man heeft ineens alle aandacht op mij gericht en herhaalt de plaatsnaam zonder accent. Alsof hij er al jaren woont! ‘Enschede’, ja, daar heeft hij voor zijn werkgever gewerkt. De naam weet ik niet meer maar opeens hebben we een gesprek.
Een vriendelijke stem kondigt de boarding van het vliegtuig aan. Allereerst mogen de houders van de VIP-kaart aan boord. Mevrouw staat op en geeft mij een hand, waarna ik ook een vriendelijke hand van de man krijg. Ik wens het echtpaar veel succes met de operatie en natuurlijk nog vele reizen toe. Steunend op haar wandelstok duwt ze haar koffer voor zich uit. Haar man wandelt achter haar aan en het valt me op dat hij haar niet helpt. Zou dit normaal zijn of wil mevrouw juist de steun van koffer en wandelstok? Ik zal het nooit weten…
Aan boord.
De rij voor de boarding groeit en ik besluit eerst naar de WC te gaan. Terug is de rij tot aan het toilet gegroeid en ik sluit achter aan. Voor mij staat een jongedame die keer op keer op haar telefoon kijkt. Af en toe kijkt ze om, alsof ze iemand verwacht, dan kijkt ze weer op haar mobieltje. Achter mij sluit een ouder echtpaar aan: het zijn Engelsen of Amerikanen, gok ik. Langzaam schuift de rij op en na een dik kwartier loop ik door de slurf naar het vliegtuig. Rij 51, stoel 3 is mijn bestemming, een plek aan het gangpad. Ik had deze stoel al via Internet gereserveerd. Erica gaf mij het advies om aan het gangpad plaats te nemen in verband met mijn lengte. Ik zie drie rijen stoelen: links en rechts drie stoelen naast elkaar en in het midden vier stoelen naast elkaar. Iedere stoel heeft een TV-scherm in de hoofdsteun en een eigen tableau voor het eten. Ook ligt er een kussen en een deken klaar voor elke passagier. De stewardessen begroeten elke passagier vriendelijk en wijzen keurig de weg. Ik zoek mijn plek op. Links van mij bevindt zich de pantry, en voor mij het toilet. Terwijl ik al zit krioelen de passagiers door de gangpaden. Overal worden koffers in de bagageruimte gestouwd. De twee stoelen naast mij blijven leeg en ik hoop stilletjes dat deze leeg blijven. Bij het inchecken op Internet viel mij namelijk op dat nog 50 plaatsen onbezet waren, dus wie weet. Langzaam schuift de rij passagiers in het gangpad op. Ik hoor Duits, Engels, Frans en af en toe onverstaanbare talen. Een vrouw van rond de 50 en een jongedame van rond de 20 melden zich bij mij als eigenaren van de stoelen naast mij. Mevrouw verontschuldigt zich en probeert de koffer in de bagageruimte te proppen. Of de koffer is te groot of de bagageruimte is te klein. Enfin, dit vraagt om hulp en ik bied mij aan. Ze knikt vriendelijk en ik plaats de koffer in de bagageruimte tegenover mij. Het kreng is behoorlijk zwaar maar uiteindelijk lukt het de ruimte te sluiten. Een andere passagier stouwt er nog een rugzak bij in, iets wat mij later duur komt te staan.
De dames naast mij hebben een zuidelijk accent en ik vraag naar hun herkomst. Ze komen uit Gent, België en moeder is met de dochter van 17 op weg naar Bali. Volgens haar wordt dit de laatste vakantie met haar dochter, want ze heeft sinds kort een vriendje. En daarmee gaat ze de volgende vakantie liever op pad.
Moeder vertelt me dat ze jaarlijks een vliegvakantie met haar dochter doet. ‘Nu kan het nog’, vertelt ze, ‘ik word ouder en straks wordt het reizen misschien wel moeilijker.’ Ik schat haar rond de vijftig jaar en vraag me af of ze zich zelf hiermee niet teveel beperkingen oplegt. Ze antwoordt dat ze veel in haar leven heeft meegemaakt en daar ook haar beperkingen liggen. Ze wil daar verder niets over kwijt en ik besluit om niet door te vragen. Enfin, we praten nog wat over België en Nederland. Naast mij probeert een jongeman het bagagevak te openen. Met een enorme knal klapt het vak open en een rugzak beland op mijn hoofd. Het gevolg is een stekende pijn en een bult op mijn hoofd. De man verontschuldigt zich bij mij en vraagt daarna nog een keer naar mijn hoofd. Omdat ik zat te lezen had ik mijn bril op mijn hoofd. Gelukkig heeft deze de val overleefd.
We zijn nu enkele uren in de lucht en er ontstaat een rij voor het toilet. Dat is wel een nadeel van dicht bij het toilet zitten, maar ja… Ik kijk op het scherm voor mij en zie dat we boven de Zwarte Zee vliegen. De resterende reistijd bedraagt nog negen en een kwart uur. Wat zijn tegenwoordig nog afstanden als je met bijna 1000 kilometer per uur vliegt.
Moeder naast mij kijkt naar 50 shades of grey. Zou haar innerlijke godin ook zo blij en opgewonden zijn als bij de hoofdpersoon in de film? De dochter slaapt al, misschien een goed idee, want de luiken worden gesloten.
Als de luiken weer open gaan, is het half acht Nederlandse tijd. Slapen was vannacht vooral dommelen en weer wakker worden. Ik heb nog naar de nieuwe versie van ‘The magnificent Seven’ gekeken, maar die was van inferieure kwaliteit. In de ochtend begint zich opnieuw een rij te vormen voor de toiletten. Op 10.000 meter hoogte willen meer dan 500 passagiers hun behoefte doen. De stewardessen delen warme lapjes uit om je op te frissen. Volgens mijn beeldscherm duurt het nog twee uur voordat we landen op Singapore. De rij voor het toilet wordt niet korter, kennelijk heeft de huidige, tijdelijke bewoner lang werk. Als de deur uiteindelijk open gaat stapt een corpulente vijftiger duidelijk opgelucht naar buiten. Niet veel later begint zich een aangename geur te verspreiden. De stewardessen zijn druk bezig om het ontbijt te bereiden en de lucht van vers brood vermengt zich met zweetlucht en onfrisse adem. De Belgische naast mij kijkt ondertussen naar Bridget Jones’ baby en haar dochter kijkt naar andere pulp. Intussen vijlt ze haar nagels bij. Terwijl de rij voor de toiletten blijft groeien, wordt het ontbijt geserveerd.
Singapore.
Rare bedoening hier: we moeten het vliegtuig verlaten, de bagage meenemen en vervolgens, nadat we gescand en doorzocht zijn, weer instappen. Toch is die extra controle wel goed: het is een extra stap in het kader van veiligheidsmaatregelen. Bovendien stappen hier ook nieuwe passagiers in, en zij moeten nog door de controle. In de rij raak ik in gesprek met een Nederlandse jongedame. Zij gaat naar Bali om te surfen. We raken verder aan de praat en na zo’n 20 minuten kunnen we weer aan boord. Indonesiërs zijn gek op regels en procedures. Door middel van bordjes worden de passagiers opgeroepen om te boarden. Alle handelingen zijn kennelijk procedureel vastgelegd. Af en toe wordt een paspoort ‘at random’ gecontroleerd. Ik hen hier Internet dus ik laat even aan Erica weten dat ik goed ben geland. In Nederland is het al laat, maar ze antwoordt vrijwel gelijk. Zodra we aan boord zijn stijgen we op en vertrekken richting Bali. Er wordt opnieuw een maaltijd uitgedeeld en wederom ontstaat een rij bij de toiletten. Ik besluit om maar een film te kijken en mijn keuze valt op de laatste Dracula film. De film is visueel gezien spectaculair maar stelt verder niet veel voor. Links van mij hebben een aantal jongeren plaats gemaakt voor een echtpaar met drie kleine kinderen. De man is westers en de vrouw duidelijk Indonesisch. De kinderen zijn weliswaar luidruchtig, maar de man heeft de wind er flink onder. Het is nog minder dan een uur vliegen als de koffie wordt geserveerd. Het is bijna zover: het grote avontuur kan beginnen.
De landing is comfortabel en de paspoortcontrole is, hoe kan het ook anders, erg procedureel. Van de drie beambten lacht er een, de andere twee zijn niet tot een glimlach te verleiden. Ik gok dat ik naar de lachende beambte mag, maar dat lukt niet. Dan blijkt de serieuze ook wel vriendelijk te zijn en in voor een kort praatje. De stempels worden gezet en nu op naar de band voor de koffer. Het duurt even de blauwe koffer komt in het zicht, maar zonder label! Het is de koffer van de surfdame. Pff. Wat een geluk dat we niet verwisseld zijn… Het duurt nog even, en uiteindelijk heb ook ik mijn blauwe koffer. Nu op naar de uitgang.
Bali
Er staat een heleboel mensen met naambordjes te wachten op de passagiers. Ik moet uitkijken naar een vrouw met blonde haren en een hoed op. Ik tuur in de menigte en zie dan ineens iemand zwaaien. Ja, dat is ze! Het is Jeni, de echtgenote van Frank waar ik de komende vier dagen logeer. Nog enkele meters, daarna de hoek om en ik sta oog in oog met haar. Het is precies de vrouw zoals Erica heeft omschreven: gemoedelijk, rustig, goedlachs en enthousiast. Ze omhelst me en geeft me een flinke knuffel.
We lopen al pratend naar de uitgang. Daar wemelt het van de taxi’s en taxichauffeurs. We worden tientallen keren aangesproken, of we een taxi wensen. Dat gebeurt niet op een vervelende wijze, deze mensen moeten hun geld natuurlijk ook verdienen, maar op een gegeven moment irriteert het wel. Waarschijnlijk omdat ik het niet gewend ben, maar ze dringen ook niet echt aan. Een vreemde manier van inkomstenderving.
Als we de garage uitrijden, wat opzich al een hele opgave is, stort ik me in het Balinese verkeer. Het is zoals het is beschreven in de reisgidsen en zoals Erica heeft verteld: het recht van de sterkste geldt. Hoe groter de auto, des te meer rechten je op straat hebt. Het lijkt een soort ongeschreven regel. Jeni manoeuvreert haar grote SUV handig door het verkeer, waarbij ze constant links en rechts wordt voorbij gereden door scooters. Het wemelt ervan. Daar waar wij Nederlanders gewend zijn aan fietsen in het verkeer, heeft Bali een scooterhype.
Onderweg belt Jeni met haar man Frank en ik word gelijk uitgenodigd om te komen eten in een Japans restaurant. Dat laat ik me niet ontnemen en ik stem onmiddellijk in. In het restaurant maak ik kennis met een aantal mensen.
Eric is van oorsprong Fins, maar woont al jaren op Bali. Hij is Internetondernemer en heeft zijn klanten vooral in San Francisco. Hij wordt dagelijks door heb via Internet geconsulteerd. Daar verdient hij zijn boterham dus mee.
Beverly is een vrouw van middelbare leeftijd en woont deels in Engeland, dan weer in Brunei. Ze is antropologe en heeft de hele wereld al gezien. Een bijzondere vrouw die de aanslagen in Londen heeft overleefd, met de dood is bedreigd tijdens een gewapende overval in Wales. In Londen werd ze van haar portemonnee beroofd en deze heeft ze bijna eigenhandig weer terug veroverd. Het is een dame met pit. Ze vertelt: ‘Ik werd door drie tieners van mijn portemonnee gerold tijdens een etentje met mijn vriendinnen. Ik zette onmiddellijk de achtervolging in en kon één van die gasten inhalen. Toen maakte ik een kapitale fout. De ingesloten jongeman floot op zijn vingers, waarna één van zijn maten er vandoor ging. Instinctief ging ik achter hem aan, maar dat was een truc. Deze gast had mijn portemonnee helemaal niet, die was nog steeds in het bezit van die fluitende gast. Ik draaide mij op en hervatte de achtervolging. Ik rende langs een bouwplaats, waar allemaal bouwvakkers op de steigers stonden. Ik gilde dat mijn portemonnee was gestolen! Even later hoorde ik voetstappen achter mij en ik dacht even dat ik werd achtervolgd door die andere twee knapen. Maar ik werd tot mijn verbazing ingehaald door een aantal bouwvakkers die er in slaagden de overvaller te overmeesteren. Ik had mijn portemonnee weer terug! Achteraf gezien had ik gehoopt dat die gast de portemonnee tijdens de vlucht zou laten vallen. De politie vertelde me namelijk dat ik geluk had gehad: voor hetzelfde geld waren die gasten gewapend, en dan waren de gevolgen niet te overzien.’ Enfin, Beverly heeft heel wat te vertellen. Ze heeft de ene na de andere vriend gehad en ze schaamt zich er niet voor, integendeel.
Frank is zo uit de film ‘Unforgiven’ gestapt en lijkt op ‘English Bob’, het karakter dat door Richard Harris werd gespeeld. Zijn stem klinkt hetzelfde en hij straalt alleen maar rust uit. Een tikkeltje flamboyant maar dan op een goede manier. Ik schat hem begin 60 jaar.
Eric heeft ook veel gereisd maar niet zoveel meegemaakt als Beverly. Oké, hij is één eer van zijn portemonnee gerold, uitgerekend in Amsterdam!
De andere gasten zijn meer voorbijgangers. Een Amerikaan met een Indonesische vrouw en twee kinderen, daarnaast een man van rond de 50 die zo uit Robocop zou kunnen komen. Enfin, een divers gezelschap in een prettige ambiance met lekker eten. Tegen tien uur rijden we naar het huis van Frank en Jeni en dat overtreft al mijn verwachtingen. Het is alsof je een oase van rust in deze drukke stad binnenstapt. Geen druk verkeer, geen toeterende auto’s en scooters, maar rust. Het begint al bij de entree: als de grote houten deur openzwaait, loopt je over plateau’s in een vijver naar de binnenplaats. Links en rechts staan palmen en fruitbomen. De living is buiten, onder een groot, rieten afdak. Op de riante binnenplaats bevindt zich een klein zwembad en een whirlpool. Groot genoeg om je in te ontspannen en om in rond te dobberen. We nemen plaats aan de lange, zwaar eiken tafel. De stoelen zijn prachtig uitgewerkt en overal hangen mooie Balinese voorwerpen aan de muur. Overal staan standbeelden: elk kastje wordt opgesierd en in iedere hoek vind je prachtige Balinese kunstvoorwerpen. Rechts van het zwembad staat een soort ‘theehuis’ in de vorm van een Balinese tempel. Kortom: een oase en een prachtige ambiance.
In deze sfeer worden de cadeaus uitgepakt: echt Twents kruidenbitter, stroopwafels, drop, chocolade, paaseitjes en een paradijsvogel van hout. De eigen gebrouwen gingerale komt op tafel en we kletsen over van alles en nog wat. Jeni vraagt mij of ik de volgende dag mee ga wandelen langs het strand. Daar hoef ik niet lang over na te denken! Natuurlijk!
Het is twaalf uur als we naar bed gaan. De slaapkamer ziet er verrassend groot en mooi uit: prachtige beelden, een groot bed. Daarnaast een prima wastafel en een enorme douche met uitzicht op mooie planten en bomen. Ja, douchen doe je hier bijna buiten! In de slaapkamer zit een grote spin aan de muur. Het dier schrikt van mij en maakt zich snel uit de voeten. Ik heb ‘m daarna niet weer gezien.
Eerste kennismaking met Bali.
Ik ben om vijf uur wakker en na wat gedraai en gedommel sta ik om half zeven op. Ik stap gelijk onder de douche en in de badkamer begrijp ik waarom alles open is: het is nu al aangenaam warm. Het water is snel op temperatuur en na een heerlijke douche staat Jeni mij op te wachten om te gaan wandelen. Op een veel te kleine mountainbike fietsen we naar de andere kant van Sanur, om een vriendin van haar af te halen. Scooters en auto’s vliegen me van alle kanten hard toeterend voorbij. Die claxon heeft een functie op Bali: het betekent: aan de kant, ik kom er aan! Eigenlijk is het claxonneren een symbool voor hoe belangrijk jij bent. Het schijnt zo te zijn dat kopers van een nieuwe auto of scooter als eerste de claxon testen. Wordt die goed bevonden, dan wordt de rest bekeken. Via smalle straatjes komen we uiteindelijk aan bij Eva, de vriendin van Jeni. Laat het nou dezelfde Eva zijn die met Erica is mee geweest! Ze is gelijk enthousiast en praat honderduit, waarbij ze haar Spaanse dialect niet verbergt. Al wandelend bereiken we de mangroven van Bali. Overal staan tempels, groot en klein, zelfs midden in de mangrove! In iedere tempel zie je sporen van de vorige dag: resten van offerandes en geurstokjes. Balinezen zijn erg gelovig en eren dagelijks hun ouders en voorouders. Bijna iedere Balinees legt iedere ochtend een offerande voor zijn huis. Als toerist moet je oppassen dat je deze niet vertrapt. Na een flinke wandeling, waardoor ik een beetje een indruk krijg van Sanur, vertrekken we bij Eva en fietsen we naar de de supermarkt. Het is geen supermarkt zoals wij die kennen: je kunt hier werkelijk van alles kopen, van voedsel tot kleding tot gebruiksvoorwerpen. De laatste twee vooral in felle kleuren. Ik pin mijn eerste miljoen Roepia en ik voel me gelijk miljonair. Bij de kassa reken ik de yoghurt af: 47.000 Roepia. Omgerekend zo’n € 3,75. Normale prijs dus.
Als we weer thuis zijn, wordt het ontbijt geserveerd. Beverly is ook weer onder de levenden. Het ontbijt is een culinair feest: al die kleuren maken het tot een werkelijk feest en het smaakt ook zo voortreffelijk. Groen geroosterd brood, vers fruit, punch van vers fruit, gekookte eieren. En eigen gemaakte muesli! Na de lunch wordt nog druk nagepraat over de politiek. Vooral Trump is een favoriet onderwerp. Volgens Jeni wordt hij snel afgezet. Alleen daarna wordt Pence de president en die is volgens Jeni echt ‘evil’. Ik ga even liggen en val al snel in slaap. Na een heerlijke slaap snel douchen en daarna de lunch. Op de veranda, voor de slaapkamer van Beverly, raak ik met haar aan de praat.
Beverly.
Ze heeft ‘International Law’ gestudeerd en is adviseur van de Britse regering. Ze is op zoek naar een relatie, het liefst een Duitser of Nederlander, want die zijn lang. En zij is ook vrij lang, dus dat begrijp ik wel. Een vlotte dame, die oprecht in alles en iedereen geïnteresseerd is. Ze heeft zes jaar les gegeven in Amerika, Engeland, Brunei en Australië. Onderwerp was altijd gezondheid en geschiedenis. Of zij een gemakkelijke vrouw is, weet ik niet, het lijkt mij wel een pittige tante. Al pratende vertelt ze dat ze ooit NLP heeft gedaan. We hebben een overeenkomst met elkaar! Uiteindelijk is ze hier niet verder mee gegaan, omdat het haar toch niet zo boeide. Nu is ze op zoek naar een nieuwe cursus. Het liefst doet ze die in Australië. Daarnaast is het haar wens om ooit les te geven in Finland. Alleen, haar Fins is niet zo best…
Ze worstelt nu met haar aanmeldingsformulier. Ze heeft alles ingevuld en vraagt mij of het wijs is dat ze haar creditcardgegevens invult. Ze moet het formulier namelijk doormailen naar de organisatie. Ik vertel haar over mijn ervaring met het doorsturen van die gegevens via Internet. Prompt werden enige weken later bedragen van mijn rekening afgeschreven en door tussenkomst van de bank is uiteindelijk erger voorkomen. Gelukkig heb ik mijn geld terug gekregen na het horen van mijn ervaring besluit ze toch de gegevens af te schermen.
Drinking men with a walking problem. Het is tijd voor de ‘hash’. Na een lichte Indonesische maaltijd, die keurig werd thuisbezorgd, rijden we met z’n allen naar de start van de hash. Het is een soort speurtocht die door één van de organisatoren wordt uitgezet en waarbij je aanwijzingen moet zoeken. Veelal is dat gekleurde confetti. Af en toe wordt een dwaalspoor uitgezet. De tocht voert vooral door de rijstvelden en de jungle. Inschrijven kost 140.000 Roepia en daarvoor kun je achteraf ongelimiteerd drinken. Er wachten zo’n 40 deelnemers; veel mannen en enkele vrouwen, voornamelijk expats. Er doen slechts enkele locals mee en iedereen is sportief gekleed. Ik heb mijn bergschoenen aan en enkelen lachen mij uit, maar dat zal later positief uitwerken. Veel van de mannelijke deelnemers hebben een behoorlijke bierbuik. Na de uitleg begint de loop waarbij je kunt kiezen uit 5 en 8 kilometer. Beverly, Jeni en ik kiezen voor de 5 kilometer, Frank pakt de 8. Al snel openbaren zich knieproblemen bij Beverly en ik werp mij op als ‘Personal Assistent’. Ik help haar door de af en toe gevaarlijke route. Die voert over verharde paden maar soms ook over paden die het predicaat ‘pad’ niet mogen hebben. Af en toe gaat het steil omhoog, over modderige paden, waarbij we steevast uitglijden over de gladde boomwortels. Links en rechts openbaren zich soms diepe dalen, waarbij je zo in de boomkruinen kijkt. Eén misstap en je ligt zo 20 tot 30 meter lager. Het is dus goed uitkijken waar je de voeten neerzet en nu ben ik maar wat blij dat ik de wandelschoenen heb aangetrokken. Als we de jungle hebben verlaten, doorkruisen we de rijstvelden. Over smalle weggetjes, die de afscheiding vormen tussen de rijstvelden, worden we de rijstvelden ingevoerd. Een misstap en je staat zo tot aan je enkels in de drab. Door de vele hoogteverschillen heeft Beverly veel moeite met de paden en ik help haar door het terrein. Heel langzaam ontstaat een leuk gesprek over van alles en nog wat. Ze is bijvoorbeeld nooit getrouwd geweest en ze heeft ook geen kinderen. Ze is, volgens haar zeggen, nooit de juiste man tegen gekomen. Dat bevreemdt mij wel een beetje, maar aan de andere kant ken ik haar eisen natuurlijk niet. Ze ziet er absoluut aantrekkelijk uit en ze heeft een mooi figuur. Ik denk dat menig man voor haar zou vallen.
Gedurende de tocht door de rijstvelden, ontwikkelt zich ook een oorontsteking bij Beverly. Naarmate de tijd verstrijkt, wordt die steeds heviger en bij elke stap die ze zet, voelt ze de trilling in haar hoofd. Daarbij zit het weer ook niet mee, want het wordt steeds donkerder en in de verte horen we af en toe een donderslag. Regen en onweer op komst dus. Als klap op de vuurpijl hebben we een afslag gemist, waardoor we in plaats van de 5 kilometer de 8 lopen. Jeni besluit daarom om het verharde pad te gaan volgen, richting de verharde weg. Onderweg zien we nog een afkorting en we besluiten die te nemen. Deze blijkt echter door een ceremonieel bad te leiden, waarbij het badwater wordt gevoed door een waterval. Met haar telefoon licht Beverly iets bij, maar het is te gevaarlijk om de glibberige rotsen in het donker te beklimmen. Hier hebben mijn wandelschoenen onvoldoende grip. Dus maar weer terug, richting verharde weg. Terwijl we op zoek zijn naar de finish stopt een grote SUV. De man vraagt of we een lift nodig hebben. Jeni antwoordt hem dat het niet nodig is, maar ze wil wel graag de weg weten naar het zwembad. Daar bevindt zich namelijk het eindpunt. De chauffeur wijst ons de weg en op weg naar het eindpunt worden we nog door een andere man in de juiste richting geholpen. Als we de finish bereiken, is de eindceremonie al geweest en wordt het me ook duidelijk waarom die hash zo belangrijk is. Er worden allereerst vele liters bier naar binnen geslagen. Er worden liederen gezongen; soms in koor, soms door de organisator. Het heeft ook een sociale functie: het is de wekelijkse gelegenheid om alle zorgen van je af te praten, te schreeuwen, te zingen en te drinken. Ze schuwen de politiek en de Amerikaanse jetset niet. Maar ze schuwen vooral zich zelf niet. Deze Amerikanen hebben veel zelfspot en ironie.
Nadat ik drie grote glazen bier heb gedronken, wordt het tijd voor een hapje eten. We rijden naar Sanur, naar een plaatselijk restaurant dat door een Zweed wordt gerund. Er zitten al enige deelnemers van de hash: een paar Zweden en een Duitser. Ik bestel een König Ludwig Bier: deze smaakt geweldig lekker.
De twee Zweden zijn 20 jaar en maken een wereldreis. Bali is hun laatste station en daarna reizen ze terug en beginnen met hun studie. De jongens gebruiken af en toe cannabis en ik krijg een les in cannabis roken. Niet dat ik het zelf ga roken, maar ze gebruiken allerlei argumenten om het gebruik hiervan te rechtvaardigen. Het heeft totaal geen zin om hier tegenin te gaan, deze jongens zijn zo overtuigd van hun gelijk, dat ik besluit er in mee te gaan.
Intussen krijgt Beverly steeds meer last van haar oor en breidt de pijn zich uit naar de rest van haar hoofd. Frank vertelt haar dat hier vlak in de buurt een drogisterij zit en ze besluit om deze te bezoeken. Intussen vloeit de drank rijkelijk en worden de tongen steeds losser. Iedereen vertelt zijn of haar verhaal en dat is leuk om te horen. Als Beverly terug komt laat ze triomfantelijk een tasje met medicatie zien, waaronder oordruppels en pijnstilling. In de loop van de avond begint de pijn daadwerkelijk af te nemen en dat lucht haar zichtbaar op.
Het is al na twaalven als we vertrekken. Beverly staat erop dat ze betaalt, als dankzegging voor mijn hulp. Onnodig maar wel leuk om te horen. Op weg naar huis begint het te stortregenen. Binnen enkele minuten veranderen de straten in modderige rivieren en thuis aangekomen lijkt de wolkbreuk compleet. Het water spat aan alle kanten hoog op en luid toeterende scooters boren zich door de hevige regen. Sommige berijders zijn voorzien van een capuchon, anderen hebben een regenpak aan. Maar er zijn er ook genoeg die in gewone kleren rijden en doornat zijn. Bij de stoplichten is het een drukte van belang. Met name de scooters willen zo snel mogelijk rijden, om thuis te komen. Alsof ze nog droog kunnen overkomen. Hierdoor ontstaat een chaos op de kruising. De stoplichten hebben geen enkele functie meer, want iedereen doet maar wat. Een aantal scooters besluit om spookrijder te worden en rijdt tegen het verkeer in. Gelukkig bereiken we zonder ongelukken het huis van Jeni en Frank. Vanuit de auto naar de carport is hooguit vier meter, maar ik ben doornat als ik de run maak. Van de veranda naar mijn kamer is zo’n tien meter en ik loop op mijn gemak door de regen. Ik ben immers toch al doornat, dus waar maak ik me druk om? Terwijl de regen met bakken uit de lucht komt, kruip ik in bed. Door de regen is het vreselijk benauwd in de slaapkamer. Ik open de deuren maar dat helpt niet. Binnen de kortste keren lig ik badend in het zweet. Ook de alcohol is hier debet aan en terwijl ik met Erica aan het app’en ben, wordt de regen minder. Even later val ik in slaap om rond de klok van drie uur wakker te worden. Ik moet naar de WC en terwijl ik even mijn telefoon check, krijg ik een berichtje van Aad en Nicoline. Even heen en weer chatten en daarna weer slapen. Om acht over acht wordt ik wakker en de zon schijnt. Na een verfrissende douche naar buiten. Van de regen van de afgelopen nacht is niets meer te zien: alle plassen zijn al opgedroogd.
Strandlunch. Vandaag zijn we uitgenodigd op de strandlunch van Eva. Het oor van Beverly gaat nog steeds niet goed, maar ze gaat wel mee. Er wordt heel wat voorbereid: Jeni bakt brownies en andere cake. Om 12 uur is het tijd om te vertrekken. De koelbox en vele andere versnaperingen worden ingepakt en na zo’n kwartier rijden bereiken we het strand. Eva heeft een plek onder een grote boom gereserveerd en hier komen velen samen: Eric, de Fin, Hans, de Zweed en Tom de Duitser. Maar ook Maria, Anastasia en Sebastian. Verder nog een aantal mensen, die ik verder niet gesproken heb.
Sebastian is de vriend van Eva en hij is eind 2016 verhuisd van Duitsland naar Bali. Hij gaat de reis ook maken, samen met zijn ouders, die nu ook op Bali verblijven. Hans, de Zweed, is elf jaar geleden naar Bali verhuisd. Hij is gescheiden en heeft hier een eigen zaak gekocht: het restaurant waar we gisteravond hebben gezeten. Hij heeft nu een jonge Balinese vriendin en twee dochters uit zijn huwelijk. Tom is 47 en woont ter hoogte van Mannheim. Hij is afgelopen vrijdag gearriveerd en blijft vier weken op Bali om vooral te duiken. Eva is één van de meest waardevolle medewerksters van Seatrek. Zij regelt en organiseert van alles en is een echte spin in het web. Het is een drukke praatster, maar erg lief, sociaal en meegaand. Tom en Eric kan ik minder goed peilen, hoewel ik wel begrip voor Tom heb, Hij heeft ooit een vriendin op Bali gehad maar dat ging uit. Hij bezoekt het land nu jaarlijks om zijn vele vrienden hier.
Salsa
Na de picknick aan het strand eten we ’s avonds een lichte maaltijd, bestaande uit papaja en brood. Daarna ga ik met Beverly en Jeni naar een salsa evenement. In Sanur regent het behoorlijk, doch volgens het Internet regent het niet op de locatie waar dit buitenevenement plaatsvindt. Helaas is dit ijdele hoop, want zodra we er zijn, begint het ook hier te stortregenen. De locatie is een groot restaurant waarbij de dansvloer in het centrum van de zaal geen dak heeft. Je danst op die manier dus in de buitenlucht, terwijl de tafeltjes voor de gasten onder een soort afdak staan. Verder is er een soort podium, dat ook overdekt is en daar kunnen de dames en heren op de klanken van opzwepende salsamuziek hun kunsten vertonen. Die muziek wordt verzorgd door een D-jee die ook schoenenverkoper is. Beverly heeft via Internet een paar schoenen bij hem gekocht, maar na veel passen en meten is geen enkele paar geschikt. Er verzamelen zich steeds meer mensen en ik maak kennis met een Nederlander van 68 jaar. Hij is salsa leraar en hij woont hier al ruim 20 jaar. Hij is gepensioneerd en getrouwd met een jonge Indonesische. Terwijl we zitten te praten houdt hij de stand van Ajax – Feyenoord in de gaten.
Jeni en Beverly dansen er op los, samen met zo’n tiental andere dansers (filmpje). Jammer genoeg blijft het stortregenen waardoor de houten dansvloer langzaam in een vijver veranderd. De organisatie had een ‘volle bak’ verwacht, maar geen volle bak water. Het blijft door de regen erg rustig. Onderwijl geniet ik wel van de dansers want er zijn er wat bij die als van elastiek zijn, zo soepel bewegen ze. Ik bestel een Indonesische maaltijd en laat me hierbij adviseren door Jeni. Het wordt iets met bananenbladeren waarbij ik in mijn onschuld vraag of ik die ook op moet eten. Dat blijkt gelukkig niet het geval te zijn. Het eten is behoorlijk pittig: het is een soort gehaktrol, en doet aan een frikandel denken, maar dan dikker. Daar bij wordt rijst en groente geserveerd. Het water dat ik bestel is ook perfect: ijskoud en voorzien van een mix van fruit. Een glas bier gaat er ook in. Het personeel is erg vriendelijk; ze zijn gekleed in traditionele kledij en bij ieder contact vouwen ze hun handen en buigen ze licht. Het lijkt wat overdreven, maar het komt we erg vriendelijk en dienstbaar over. Het heeft voor mij een vorm van slaafsheid, alsof het koloniale verleden nog zichtbaar is. Aan de andere kant is het ook een manier om je gasten te bedienen. Nadat ik wat foto’s en filmpjes heb gemaakt, rijden we tegen half twaalf terug. In mijn slaapkamer is het heerlijk fris en ik val als een blok in slaap. Morgen is de laatste dag bij Frank en Jeni.
Jeni en Frank.
Ik ben vroeg uit de veren en de zon schijnt weer volop. De vogels laten van zich horen en samen met Jeni maak ik een rondwandeling door Sanur. Ze vertelt me dat ze Beverly heeft leren kennen op Salsa dansen. Ze raakten aan de praat waarbij Beverly aangaf dat ze nog op zoek was naar een hotelkamer in Sanur. Ze had die dagen wat zakelijke afspraken. Jeni nodigde haar daarop spontaan uit om te komen logeren. Ze is open, gastvrij, vriendelijk en oprecht geïnteresseerd in alles wat nieuw is. Ze doet aan Salsa, martial arts, ze wandelt bijna dagelijks en doet wekelijks mee aan de hash. Frank is van de techniek en erg geïnteresseerd in muziek. Van hem kreeg ik enkele downloadtips en de playlist die ik had meegebracht spreekt hem behoorlijk tot de verbeelding.
Terwijl we door Sanur wandelen valt me op dat de rijstvelden midden in het centrum liggen. Hier en daar zijn boeren bezig om het rijst te verbouwen dan wel te onderhouden. In de woonwijken zijn de bewoners druk bezig met het bouwen van allerlei versierselen. Later die week is er een bijzonder feest en dat worden de straten rijkelijk versierd. Het zijn grote en kleine lampions, die aan kleurrijke bamboestaken worden gehangen. Deze worden aan de staat gezet en zijn tussen de vier en zes meter hoog. Aan de staak wordt op ooghoogte een klein offer tafeltje bevestigd, waarin later de offerandes worden gelegd. Het is een feest om je ouders en voorouders te eren.
We passeren een beek waar het wemelt van het zwerfafval. Het is gebruikelijk om al je afval in het water te gooien, want dan stroomt het van je weg. Dat het dan bij een ander terechtkomt, of direct in de natuur, daar wordt niet over nagedacht. Hier veegt iedereen letterlijk zijn of haar straatje schoon. Het is het resultaat van oude gewoonten: in de tijd van bamboe en papier werden deze materialen ook in het water gegooid. Maar die vergingen na verloop van tijd wel. Toen deze werden vervangen door plastic en andere materialen, veranderde het huishouden drastisch, doch de afvalstroom niet. Alles werd en wordt nog steeds in het water gekieperd. Maar gelukkig is ook Bali in ontwikkeling. Op dit moment is er een betaalde vuilnisophaaldienst. Je betaalt hier wel voor, maar dan wordt het afval wel bij je thuis opgehaald. Vervolgens wordt het op een grote stortplaats gedumpt. Ook geen wenselijke situatie, maar wel een kleine stap vooruit. We ontmoeten een Balinees die druk bezig is met het maken van de versierselen. De bamboestaak is zeker zes meter lang en de lampion manshoog. ‘Ik kan een beetje Nederlands’, stamelt hij. Zijn lampion en bijbehorende bamboestaak zien er indrukwekkend uit. Ik wens hem succes en loop naar een kast aan de rechterkant van de straat. Hier staan honderden lege whiskyflessen van ‘Johnny Walker’. Een aantal ‘black label’ en ook een paar ‘double black’. Ik hoop dat hij deze niet allemaal zelf heeft opgedronken, want dan krijg ik wel een beetje medelijden… Een haan in een hok kijkt mij aan met een blik van ‘laat mij nu eens gaan.’ Tja. We besluiten naar huis te lopen en terwijl de scooters en auto’s ons links en rechts voorbij schieten, vertelt Jeni haar levensverhaal.
Ze was al verloofd toen ze 32 jaar geleden Frank leerde kennen. Ze zaten toen op ‘highschool’ en het was liefde op het eerste gezicht. Maar er moesten veel problemen worden overwonnen. Allereerst natuurlijk de verloving maar ook het feit dat zij niet gelovig is en Frank een mormoon is. Frank nodigde altijd iedereen uit en dat was voor Jeni behoorlijk wennen. Uiteindelijk heeft ze de verloving verbroken en zijn ze samen verder gegaan. Na hun huwelijk is hun dochter Abbey geboren. Zij woont en studeert nu in Amerika en komt regelmatig over.
Als we weer thuis zijn komt de dokter voor Jeni en Beverly. Jeni heeft een onverklaarbare allergische reactie op haar bovenbeen en Beverly heeft nog steeds een flinke oorontsteking. En aangezien zij over een paar dagen naar Singapore moet vliegen, is herstel wel belangrijk. Voor 300.000 roepia komt de arts aan huis, inclusief medicatie. Hij is zo rond de 30 jaar en uiterst vriendelijk. Zijn oog valt gelijk op mijn camera en geeft me een compliment. Zelf heeft hij een Canon.
Lunch met Beverly.
Met een taxi rijden Beverly en ik naar het strand van Sanur Beach. In een leuk restaurant genieten we van een heerlijke lunch. Ze is echt in mij geïnteresseerd en als ik naar haar verleden vraag is ze erg open. Ze kampt al jaren met lichamelijke problemen. Haar vader is op 56-jarige leeftijd overleden en bij haar heerst de angst dat dit haar ook gaat overkomen. Daarom wil ze zo gezond mogelijk leven. Ze is nog steeds op zoek naar een partner maar daar slaagt ze niet echt in. Ze heeft al een paar relaties achter de rug: zes jaar met een Afrikaan en een paar jaar met een Fransman. Ze is nu tien jaar single en als ik haar zo hoor, heeft ze nogal wat noten op de zang. Waarschijnlijk belemmert haar dat in het vinden van een partner. Ze vindt dat ze letterlijk ‘uit de markt’ ligt omdat mannen alleen maar op zoek zijn naar jonge vrouwen. Het is haar een paar keer overkomen dat haar vriendinnen een vriend bij haar wegkaapten. Dat heeft haar behoorlijk onzeker gemaakt en daarom doet ze bewust een stap terug als ze een leuke vent ontmoet. Aan de andere kant vindt ze zich zelf ook wel gelukkig. Ze kan gaan en staan waar ze wil, en wanneer ze wil zonder rekening te houden met een ander. Dan klinkt er weer weemoed: ze is er van overtuigd dat ze mannen niets te bieden heeft. Ze wijst naar haar rimpels en kraaienpootjes. Ongegeneerd vertelt ze dat ze al tien jaar geen seks meer heeft gehad. Dat maakt haar nog terughoudender omdat mannen volgens haar alleen maar op seks uit zijn. Deze openhartigheid verbaast me en ik zie veel emoties. Ik kan haar niet echt troosten, en alleen maar begrip opbrengen. Ze lijkt zo sterk, maar is in werkelijkheid dus erg broos. Jammer dat angst en onzekerheid haar elven beheerst.
Het is een boeiend gesprek met een boeiende vrouw. Ze hield haar zonnebril op, om haar tranen te verbergen. Fijn dat iemand zo open en eerlijk is en dat ik haar vertrouwen heb kunnen winnen. Ik besluit haar een kort afscheidsbriefje te schrijven om haar een hart onder de riem te steken. Zo’n prachtig mens verdient dat.
Als we weer thuis zijn, pakt ze haar koffers en ik help haar deze te versjouwen. Bij de taxi nemen we afscheid met een uitgebreide omhelzing en een paar zoenen. Nog even, en ik zie haar mogelijk nooit meer.
Diner with Frank and Jeni.
Tijd voor een afscheidsetentje met mijn gastheren. Zij mogen het restaurant kiezen en besluiten om naar hun favoriete plek te gaan. Het eten is er inderdaad voortreffelijk en ik geniet van het eten en van hun gezelschap. Frank vertelt dat hij 22 jaar lang op een boot heeft gewoond. Hun dochter Abbey werd op de boot geboren en toe ze op Bali kwamen wonen, was het voor Abbey de eerste keer dat ze aan de wal kwam. Frank werkt nu voor Seatrek en hij verzorgt nu zo’n 25 zeereizen per jaar. De avond vliegt voorbij en om negen uur drinken we een afsluitende whisky. Morgenvroeg begint de reis en moeten we vroeg op. Ze brengen mij naar de boot. Als ik op bed lig, krijg ik een lief berichtje van Beverly. Ze is wel heel erg speciaal.
Het is moeilijk om de slaap te vatten. De alcohol en het late eten zijn waarschijnlijk ook de oorzaak van. Het is niet extreem warm, maar toch. Ik zie de klok om drie uur nog, daarna ben ik in slaap gevallen. Om kwart over zes gaat de wekker. Na een uitgebreide douche pak ik de laatste resten in mijn koffer en rugzak en ben ik klaar voor de grote reis. Tom stuurt me nog een app’je met zijn e-mailadres. Hij wil graag de foto’s van de hash.
Binnenkort het vervolg van deze reis: dances, dragons and magical lakes.
Reageer
Door op Verzenden te klikken gaat u akkoord met onze Privacyverklaring (AVG)