Op zoek naar het Monster van Loch Ness

  • 24/01/2018
  • Erwin Damhuis

Als we over Nessie spreken, dan gaat het over de ongekroonde koningin van de cryptiden. Al meer dan 1500 jaar wakkert ze de legenden en mythen van de Schotse Hooglanden aan. In de laatste eeuw werd ze ook buiten de oevers van Loch Ness wereldberoemd en velen gingen naar haar op zoek.
 
Het monster van Loch Ness.
Nessie nabij kasteel Urquhart

Als er zoiets is als een lijst van meest gezochte dieren in de cryptozoölogie, dan staat Nessie, het monster uit het Schotse Loch Ness, bovenaan. Daarbij ziet Nessie er volgens de meeste beschrijvingen uit als een plesiosaurus.
Het meer van Loch Ness, waarin Nessie zou leven, heeft een diepte tot 275 meter, een lengte van 37 kilometer en een breedte van 1,5 kilometer. De oppervlaktetemperatuur schommelt in de zomer tussen 5 en 12 graden. De bodem van het meer is modderig, wat het water troebel maakt en het onderzoek naar levensvormen bemoeilijkt.
De eerste vermelding van het ‘monster’ stamt uit het jaar 565 en komt voor in een biografie over de heilige Columbano door de abt Adamnan. Columbano, een Ierse monnik, was bezig de Schotse heidenen te bekeren toen hij en zijn getrouwen er getuige van waren hoe een man werd gedood door een monster. Daarna probeerde het monster en van Columbano’s aanhangers te pakken. De heilige riep de ‘duivel’ met een kruis halt toe, waarop het monster in de diepte van het meer verzonk. Sindsdien vormt Nessie een vast bestanddeel van de mythologie van de Schotse hooglanden.
 
Een toeristentrekker.
Met de bouw van een boulevard begint in 1933 het moderne tijdperk van Nessie. Het echtpaar MacKay hoort tot de eersten die het wezen hebben gezien, op een afstand van 500 meter. Ze vergeleken Nessie met een walvis. In hetzelfde jaar verklaarden vijftig anderen iets soortgelijks te hebben gezien, eenmaal zelfs op het land. Een echtpaar uit Londen zag een ongeveer 8 meter lang, draakachtig wezen met een lange hals, die een lam in zijn bek hield. Enkelen hadden het beest tien volle minuten gezien, andere ooggetuigen beweerden dat ze het wezen wel achttien keer hadden gezien.
Onderzoek in 1976
 Sindsdien zijn er tal van waarnemingen en foto’s geweest, waarvan de meeste echter vals bleken te zijn of van iets anders dan een levend wezen. Vooral drijvende takken, kielwater van vissersboten, draaikolken, grote zalmen en zeehonden kwamen op de foto’s voor. Ook met de nieuwe technologieën als echolood en onderwatercamera’s is er in de talrijke expedities nauwelijks resultaat geboekt. Men heeft niet eenmaal de onderwatergrot kunnen opsporen waarin Nessie zou schuilen. Sonarapparatuur duidde telkens op grote objecten onder water, maar men kon er nooit foto’s van overleggen, want dat wat gemeten werd, verdween weer of loste letterlijk op.
De literatuur over Nessie vult hele bibliotheken. Veel schrijvers houden het wezen voor een buitengewone vis; anderen menen dat Nessie niets anders is dan een levend gehouden toeristenattractie. Weer anderen houden Loch Ness voor een evolutionair doodlopende straat, waar de fauna en flora van het meer stammen uit de laatste ijstijd.
 
In een laatste zoektocht naar het raadsel van Nessie wordt het meer dag en nacht door internetcamera’s geobserveerd; helaas nog zonder opmerkelijk resultaat.
 

Meer lezen:
Artikel Twentse Krant 8 november 1978
Artikel Telegraaf 19 maart 1994




Foto's:
Nessie nabij kasteel Urquhart: Kenneth Wilson
Onderzoek in 1976: Panorama. Editie en jaargang onbekend
Klik hier voor meer foto's




Bron: Mysteries van de mensheid. Blz. 236-237. H. Genzmer en U. Hellenbrand. Uitgeverij Parragon.
Share our website